In een klein stadje, onder de zon, Wonen twee hondjes, vol van plezier en fun.
Leo, de dikke worst, een held, oh zo groot, Houdt van worstjes, zijn liefde oneindig groot.
Zuka, zo zacht en fijn, een dame puur, Zij volgt haar pad, elk moment, elk uur.
Waar Leo snuffelt, met een trotse snoet, Volgt Zuka kalm, haar manieren zoet.

Zuka, Zuka, Zuka, zachtjes droomt ze weg,
Leo, Leo, Leo, altijd op de weg. Samen zijn ze sterk, in zonneschijn en regen,
Leo en Zuka, een vriendschap om te wegen.

Leo, de ondeugd, houdt van een spel,
Rent door de velden, sneller dan snel.
Tegenstribbelend, met een krachtige wil,
Zijn hart vol passie, nooit echt stil.
Zuka, elegant, met gratie ze beweegt, In haar ogen, een wereld die ze overweegt.
Aan Leo’s zijde, zonder enig verzet,
Een perfecte dame, op haar doel gezet.

Zuka, Zuka, Zuka, zachtjes droomt ze weg,
Leo, Leo, Leo, altijd op de weg.
Samen zijn ze sterk, in zonneschijn en regen,
Leo en Zuka, een vriendschap om te wegen.

Toen Nieuwjaar kwam, met vuurwerk, licht en knal,
Vonden onze vrienden, hun wereld werd een schrikbepal.
Samen zochten ze een veilig, warme plek,
Onder het bed, een schuilhoek, perfect.